Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
Uncategorized

Wedstrijdverslag BK Eupen (Loïc Hélin)

Het voorspel: Met het oog op de Powerman in Zofingen binnen drie weken waren de laatste 10 dagen de zwaarste trainingsdagen van het hele jaar. Ik klokte 45 uur noeste arbeid op de fiets, in het zwembad of op één van de vele loopparcoursen. Eind juni, tijdens de laatste lactaattest had ik een discussie met Jan Olbrecht of deelname aan deze wedstrijd wel goed zou zijn, zo op het eind van een stevig trainingsblok. Als test met het oog op de laatste intensieve trainingsperiode die nu donderdag start, wilde ik absoluut deelnemen: enkel in wedstrijdsituaties komen zaken naar boven waar je conclusies kan uit trekken met het oog op die ‘fine tuning’-periode. Het voordeel van een halve is dat je in vermoeide toestand toch nog meekan: het gaat niet te snel zodat je iedereen zou moeten laten gaan van bij het startschot en het duurt net niet te lang om afgerekend te worden op die vermoeidheid. Alvorens minder getrainde lezers van deze blog dit ook uitproberen met het oog op een Ironman in de toekomst, houd er dan rekening mee dat de ‘basis’conditie waarin ik me nu bevind een werk is van jaren dag in dag uit trainen. Een gewaarschuwd man/vrouw is er naar het schijnt twee waard.

De dag begon meteen goed, een half uurtje te laat eigenlijk. De wekker was niet afgegaan en uit mezelf wakker geworden. Meteen toch een lichte paniek omdat ik dan ook een half uur later zou eten… Meteen sprint de trap af en een eerste stuk EAFIT-carbocake in mijn mond geduwd. Vlug nog een litertje sportdrank gemaakt en dan vlug wassen, Tinneke wakker maken en de laatste spulletjes bijeenzoeken. Rond half acht zijn we de deur uit en zetten we koers naar Eupen. Vanuit Tienen is dat gelukkig maar een dikke 50' rijden, zelfs met mijn dieselbak zonder enige vorm van turbo. Echter, een auto is ook – beperkt – trainbaar en zo rijdt die tegenwoordig toch wat vlotter dan een kleine drie jaar geleden…

Eens in Eupen aangekomen snel startnummer ophalen, alles klaarmaken en een praatje slaan met de – zelfverklaarde – topfavoriet Karel Pardaens. Vlug richting T2 om loopsloffen, petje en gels klaar te leggen voor de afsluitende halve marathon en dan fiets in T1 plaatsen, klapke doen met Jacques Wiame, Manu Spoiden en nog enkele anderen, laatste sanitair bezoekje, klapke met den Beuk en Stefaan, wetsuit aantrekken, klapke met Peter, kus aan mijn vurigste supportster (zeker met de rode rok aan was ze nog wat vuriger gisteren, maar dat heb ik toch zo graag!!), het water induiken, klapke met den Baelus, achter de lijn gaan dobberen en weg zijn we!

Ik had me op de derde rij gelegd, maar had wel meteen een goede couloir waar ik zonder veel slagen en verwondingen (in de triathlon is het steeds geven en nemen…) kon zwemmen. In vergelijking met Lanzarote is mijn startsnelheid in het zwemmen enkele seconden per 100m hoger, wat me toeliet om mee te gaan met snelle starters rond om mij. Al snel had ik goede compagnons rondom mij. Ik herkende Peter Laureyssens, maar voorts waren het allen gebrilde zwarte mannekes met een rode badmuts op. Sinds ik met het schitterend blauwe EROX-zwempak zwem, ben ik uit de duizend herkenbaar (in het geval van gisteren toch een kleine 400), wat maakt dat ik niet meer incognito mee kan doen in het gevecht dat zwemmen toch is in den triathlon. Langs de andere kant en voortgaand op het aantal heel rake klappen in mijn nek en op mijn hoofd is mijn mikpuntgehalte wel behoorlijk gestegen… Ik voelde me als een vis in het water en het wegzwemmen van de dam ging heel vlot, vooral dankzij de rugwind. In de tweede helft van de 2500m lange zwemproef ging het wat stroever, maar aangezien niemand me voorbij zwom, had dat enkel te maken met de tegenwind. Toen ik voor me uitkeek zag ik geen pak zwemmen, zoals in het verleden wel eens het geval was en ik was wel heel benieuwd naar mijn zwemtijd… Eens terug veilig op de oever was een blik op mijn uurwerk werpen dan ook het eerste wat ik deed: 37'. Een snelle rekensom leerde me dat dit per 100m een fractie sneller is dan 1'28". In vergelijking met drie jaar geleden zwom ik 4' sneller!! Meteen na het zwemmen volgt de steilste klim van de dag, die naar T1. Daar zag ik een aantal bekende gezichten die zichzelf in de gazet tot favoriet hadden gebombardeerd. Dat betekende dat ik contact had met de kop van de wedstrijd, du jamais vu in een triathlon!! Suit uit, bril en helm op en nummer omgorden, 50m met het fietsje lopen en racen maar! Aan het keerpuntje 700m voorbij de wissel kon wat worden gemonsterd: wie lag voor me, wie net achter me. Remy Vasseur en Pieter Hélin net voor me en Nic Baelus net achter. Ook Pardaenske was niet ver weg, zo hoorde ik iemand roepen. Na de eerste korte klim en daaropvolgende afdaling had ik een 7-tal fietsers in mijn wiel, met daarbij Appermans en Baelus, Layec en nog enkele Nederlanders. De met een vol wiel rijdende Remy Vasseur hadden we daar al ‘auf wiedersehen' gewenst. In de twee daaropvolgende klimmen werd het gat met Pieter Hélin gedicht en zo vormde zich een ruime achtervolgende groep van 10 à 13 renners.

In Eupen op reglementaire afstand rijden is niet evident door de voortdurende tempowisselingen. Daarom hield ik me constant in de top 3 van het ‘peleton'. Na 10km kreeg Sjarel Pardaens ook als een ‘auf wiedersehen' te horen. Sjorrie, meneer de hoogblonde pijl, aka Rosse Raket. Eupen is niets voor jou, zelfs bij dit heerlijke verbrandweer. Na 30km werd ook de echte topfavoriet en uittredende winnaar Bruno Clerbout bijgehaald. Hij nestelde zich in 5e, 6e positie. Enkel een tsjech, Jan Waimer, reed nog voor ons. Tot halfweg zong die het solo uit, ook hij werd gegrepen. Die Jan Waimer bezorgde me vele kopzorgen omdat hij steeds van plaats verwisselde en de niet-stayerbewegingen grondig verstoorde. Zo na 45km: hij haalt me in, coupeert me, hoort een scheids aankomen, remt om voldoende afstand te bewaren met zijn voorganger, waar ik op 7m afreed en juist die momentopname bezorgt me een zwarte kaart (=2' straftijd na het fietsen). Dat er al enkele tientallen kms tien zweetdieven in ons wiel zitten, daar heeft de scheids geen oog voor. Blijkbaar was dit de taktiek van de scheidsrechters: geef één iemand in elke groep een kaart, zo is de rest ook gewaarschuwd… Als dat de nieuwe stijl is, prijs ik me gelukkig dat ik nog amper wedstrijden in België doe!
Soit, daar fiets ik dan, met een zwarte kaart op mijn conto. Dubbel opletten is nu echt wel het motto: liever 15m dan 6m afstand. Ook de vermoeidheid van de laatste dagen begint toch wat te wegen en steeds ben ik content dat het eens bergaf gaat zodat de beentjes wat kunnen losdraaien. De adrenaline pompt, maar ik laat me niet verleiden tot gekke dingen. Het voordeel van vermoeid te zijn is dat dat ook niet lukt, zo'n move die Nic Baelus doet: 7km voor T2 versnelt hij en rijdt als een speer van ons weg. Dan weet ik al dat Nicske niet gaat winnen, zelfs met een minuut voor na het fietsen: te vroeg zijn cartouche verschoten.

Snel wisselen, niet om te gaan lopen, maar om asap in het ‘prison' te gaan staan. 2' gaan veel te traag voorbij. Tinneke naait me nog wat meer op en de adrenaline begint nog meer te pompen. Als een speer vertrek ik voor de afsluitende halve marathon. "Loop je eigen koers, Loïc", hoor ik Tinneke nog roepen, maar als de adrenaline is in de man, hij denkt hij veel meer kan (taalkundig niet helemaal in orde, maar voor de rijmelarij mag dat wel).

Snel het bos induiken op een parcours dat ik intussen met mijn ogen toe kan lopen. Aan km 1 zegt mijn chrono niets, maar er staat wel 3'13" te lezen, aan km 2 is dat 6'30". Hold your horses, Loïc. Even temporiseren en dan een goed tempo lopen. Intussen zijn er al 5 kerels aan voor de moeite. Hoe snel kan je twee minuten verliezen… Op de lange rechte bospaden zie ik iedereen lopen. Langs de ene kant gevaarlijk omdat het verschil toch nog groot is en je je wel eens kan verslikken in een snelle inhaalbeweging, langs de andere kant is out of sight ook out of mind. Na ronde 1, 7km, lig ik als 5e in de race nog 1'20" achter op het triootje belgen Baelus, Hélin en Clerbout. Terug met mijn ogen dicht het bos door en op de lange rechte paden zie ik tussen de gedubbelde atleten enkele gekende konten lopen. Steeds stroever en stroever. Ook bij mij gaat het iets minder vlot, maar nu ik voor het eerst eet (EAFIT-gellekes) tijdens het lopen, kan ik de hele tijd blijven teren op een voldoende grote suikervoorraad. Met nog 7km te lopen wijst Tinnekes chrono nog amper 20" achterstand aan op de Belgische titel. De Tsjech loopt er nog wat voor. 2km verder heb ik het drietal bij de lurven en meteen versnel ik zonder om te kijken. Pas anderhalve km overzie ik het slagveld achter me en het gat is gemaakt. Plots loop ik tweede en virtueel op Belgische titelkoers. Wie me dat zou hebben gezegd voor de start, had ik eens goed uitgelachen… De tsjech loopt nog 200m voor me uit. Proberen? Allez dan, omdat we toch bezig zijn. In de laatste afdaling laat ik me als een baksteen vallen (goede training voor Zofingen) en kom tot op 10m van de nietsvermoedende Oost-Europeaan. Als hij omkijkt valt zijn Zloty (of is dat Pools geld?) en versnelt als een gek, geen spek voor mijn bek (voor de rijmers onder ons). Net als mijn auto beschik ik over een degelijke dieselmotor zonder veel turbo. Omkijken doe ik nog één keer, voor de zekerheid en de laatste km cruise ik naar de 2e stek en mijn allereerste Belgische titel! Super gewoon. Zo onverwacht, en daarom nog zo zoet!! Uiteindelijk blijk ik nog een minuut voorsprong te hebben verzameld in de laatste 5km. 4h05 is mijn eindtijd.

Door deze onverwachte meevaller (vooraf had ik in mijn hoofd: bij een slechte dag top 20, bij een goede top 8) kan ik binnen drie weken zonder stress naar Zofingen afreizen en daar de kers op de taart zetten.

Een dikke merci, in de eerste plaats aan Tinneke voor de onvoorwaardelijke steun, dag en nacht, dag in dag uit en het schitterende chronowerk in het laatste uur!!, aan de nieuwe zwemtrainer Kristof om me in de afgelopen twee maanden die extra zwemboost te hebben gegeven, aan alle supporters die er gisteren niet meteen bijwaren maar wel voor een zondvloed aan berichten in allerlei vormen zorgden na de wedstrijd, aan Stijn en Stefaan Veldeman van Veldeman bvba voor de ondersteuning, aan Skinfit (kledij), Erox (wetsuit en wielen), aan Vista (pedalen en kettingbladen) en aan het smvt-team voor het schitterende rijwiel, ISAAC, waar ik nu het tweede seizoen mee mag/kan rijden.

Proficiat aan mijn clubgenoot Jacques Wiame die de titel bij de veteranen C (+60 jaar) haalde!

Nu gaat de riem er drie dagen af, zonder gastronomische uitspattingen (gisteren na de wedstrijd een slaatje en een Apfelstrüdel met ijs zonder slagroom, dat valt nog mee hé). Die 73kg lichaamsgewicht ga ik nog even koesteren…Vandaag 5 kwartier losfietsen en 40' loslopen. Morgen met the friends een toerke toeristen en woensdag loszwemmen en loslopen. Donderdag begint dan het definitieve fine tunen voor Zofingen.

Loïc