Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
Uncategorized

[Kasterlee] Verslag Michiel Schellekens

Hoe een mens lijden kan…

De voorbereiding

Om te finishen in een lange afstandsduathlon zoals Kasterlee gaat immens veel trainingsarbeid aan vooraf. Bovendien mag er dan nog niets mislopen in de aanloop naar de wedstrijd, en daar wrong dit jaar bij mij het schoentje.

Het afgelopen jaar stond alles in het teken van Kasterlee. Ik voelde gans het jaar dat ik sterker geworden was, en ging met veel vertrouwen de laatste maanden in. Heel oktober liep de voorbereiding op wieltjes totdat ik plotseling een griepaanval te verwerken kreeg. Ok, dat moet je gewoon aanvaarden en uitzieken is dan de boodschap. Maar enkele dagen later moest ik alweer noodgedwongen de training staken wegens tendinitis aan de rechterknie. Dit was een eerste domper op mijn zelfvertrouwen.
Gelukkig kon ik me “bezig houden” met alternatieve trainingen zoals zwemmen en fietsen op de rollen, hetzij wel zonder enige weerstand. Na enkele behandelingen bij de kiné kon ik de training gelukkig hervatten. Wel moest ik noodgedwongen de looptrainingen tot een minimum beperken, omdat ik vreesde te hervallen in mijn blessure.
Anderhalve week voor de wedstrijd lag ik alweer in de ziekenboeg met buikgriep. Met 39,3° koorts lag ik te ijlen in mijn bed terwijl de meeste atleten de laatste zware trainingen aan het afwerken waren.

De laatste uren voor de start

Als je voor de 4° maal aan de start van “de hel” staat, begint het organiseren en installeren van de wisselkledij en materiaal stilaan routine te worden. … Je begroet de collega-atleten en vraagt aan hen wat zij van de wedstrijd verwachten. … Ik word toch stilaan zenuwachtig en plaats me op mijn stoeltje en probeer mijn hartslag te laten zakken. Uiteindelijk wordt de drukte in de sporthal me teveel, en ga ik me buiten heel rustig opwarmen.

Aan de zijde van wereldkampioen Benny Vansteelant sta ik aan de startlijn. Na één minuut stilte te houden voor onze overleden collega-atleet, weerklinkt het startschot, gegeven door Kathleen Smet. De poorten naar de hel zijn definitief open! … De sfeer die hangt aan de start is bangelijk; vuurwerk, fanfaremuziek, toeters,… .

Maar direct na de start is het terug volop concentratie, want je moet onmiddellijk op zoek naar je ideale looptempo. Net als vorig jaar “organiseer” ik een groepje met oa. de winnaar van vorig jaar Bert Van Ende, Tom Van de Buverie (9° in 2004) en Dirk Vosters (8° in 2004). Ik probeer een tempo te regelen waarmee we op 59 minuten terug aan de sporthal zijn. Sneller hoeft niet, … maar ik verbaas me keer op keer als ik zie hoe sommige atleten te keer gaan aan een tempo van een stratenloop. Ik vrees dat verscheidene atleten al heel wat reserve kwijtspelen in de eerste 15 km, en daar zelfs een kansen hypothekeren om te finishen! … Ook in ons groepje moet ik verscheidene keren roepen om het tempo te drukken. Voor velen is het moeilijk om tijdens de eerste loopproef op reserve te lopen. En toch, in een wedstrijd als Kasterlee is dat een must. … Bert Van Ende vertelt me dat het tempo in ons groepje vrij hoog ligt en ook voor mij moet het zeker niet sneller gaan.

De fietsproef

Na een relatief snelle wissel spring ik op de MTB. … Niet enkel de lange afstand van de fietsproef is slopend voor je lichaam, daarnaast komt ook nog dat je enorm geconcentreerd moet rijden. Het fietsparcours is zo verraderlijk; blote wortels, modderstroken, immense plassen, single-tracks, verscheidene kleine hellingen,… . De minste verslapping van de concentratie kan een valpartij tot gevolg hebben, met kans op een noodgedwongen opgave met bijvoorbeeld een blessure of materiaalpech. …

Door de regenval van de laatste dagen is het fietsparcours wederom herschapen in één grote modderpoel. Al snel kan ik verschillende atleten remonteren, terwijl enkel Nicolas Vermeulen en Bert Van Ende me voorbij steken. Ik nestel me een kleine ronde in het wiel van Bert. Het tempo van hem ligt me wel, maar enkel op de technische stroken moet ik verschillende keren een kleine gaatje dichtrijden. Na een paar keer zo een klein kloofje te moeten dichtrijden, besluit ik me niet te vergalopperen en zoek terug mijn tempo. …

Ronde na ronde wordt je lichaam meer en meer vermoeid. Zo rijd ik pal op een klein boompje. 10 meter voor die boom zeg ik nog tegen mezelf, “Michiel, ga naar links”,… maar voor dat ik kan reageren, boem – recht erop. Dat zijn gegarandeerd tekenen dat je lichaam en geest enorm aan het afzien zijn. … Maar ja dat is de hel, balanceren tot op de grens van je kunnen en soms zelfs erover gaan! … Als 12° kom ik terug de wisselzone binnen.

De laatste 30km lopen

Na een relatief trage wissel start ik aan de laatste 30 km lopen. Net voor ik vertrek roept Jan Daems me al cynisch toe; “Komaan, ’t zijn nog maar twee rondjes”. Als ik de sporthal buitenloop weerklinkt mijn naam, en dat geeft altijd een leuk gevoel. … Ik ging voor een looptijd van 2u 15min, maar al snel merkte ik dat ik dergelijk tempo niet meer kon ontwikkelen. Waar ik voor vreesde gebeurde, mijn twee griepaanvallen en knieblessure hebben mijn reserves serieus aangetast.

Hoe ik die laatste 30 km heb afgezien, kan ik echter niet in woorden omschrijven. Tjonge, tjonge,… , afzien, zwoegen, kreunen, met de tranen in de ogen “loop” ik door. Na 15 km kan ik echter rekenen om mijn goede kameraad Filip Claes (ooit 6° in de Crocodyle Trophy!). Hij zal me zoals afgesproken vergezellen in de laatste kilometers lopen. … Mijn looptempo begint echter vel af te zwakken, en af en toe geeft Filip me een duwtje om terug in tempo te geraken. De laatste 500 meter zie ik Wim De Waele voor me uitlopen die op een 9° plaats ligt. Ik doe geen enkele moeite meer,… wat ben ik blij dat ik er bijna ben. Als tiende loop ik de sportzaal binnen, waar mijn vriendin, mijn ouders en supporters op me wachten. Na het passeren van de meet moet ik toch bekomen,… maar met een laatste krachtinspanning heis ik me op de tafel waar de cheerlaeders staan te dansen. Ik vraag een paar pomponnekes en geef nog een paar minuten het beste van mezelf.

Nabeschouwing

Ik besef nog steeds dat er meer in me zit dan er al is uitgekomen. Daarom dat ik niet euforisch ben over mijn 10° plaats. Ik blijf het herhalen maar zonder tegenslagen in de voorbereiding had een 6° plaats er zeker moeten inzitten, maar ja … dat is als, als als, … . Volgend jaar start ik zeker opnieuw in de hel, maar ofdat ik uitdoe is nog maar de vraag aangezien ik volgend jaar start met de bouw van mijn huis. Het meeste van mijn vrije tijd zal daarin kruipen, en de training zal tot een absoluut minimum herleid worden. Daarom denk ik om me voorlopig meer toe te leggen op lopen, omdat je daar toch heel wat minder trainingsuren voor moet “draaien”.

Bij deze wil ik al de finishers feliciteren, zowel Sebastien Sottiaux, Pieter Bracke, Benny Coopmans, … als Dave Van Hemeldock en Victor Van Lommel. Iedereen leverde een prachtprestatie!

Met speciale dank aan

Kim Severijns; mijn steun en toeverlaat in gans de voorbereiding en de wedstrijd.
Michel Jespers; mijn begeleider in mijn Kasterlee-avonturen.
Dirk Van Dommelen; mijn vaste trainingsmakker
Mijn ouders; voor de steun die ik van hen mocht ervaren. En speciaal voor mijn moeder voor al de “vuile was” die zij de laatste maanden te verwerken kreeg.
Karel Severijns en Gerda Van Gils (de ouders van Kim); voor de vele trainingsuren

Bezoek ook Michiels homepagina