Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
Uncategorized

Specifiteit in training.

Het musculoskeletaal systeem adapteerd zich aan training stimulus. Dit gebeurt door afbraak en opbouw van spieren en de plasticiteit van het neurogeen stelsel. Wanneer we nu uithouding gaan trainen gaat ons lichaam zich aanpassen aan deze stimulus, voor snelheid en kracht geldt hetzelfde. Het adaptief proces is wel beperkt, maw het heeft niet de capaciteit om op een ander vlak te ontwikkelen dan de specifieke training impuls. Of zoals de welgekende sportfysioloog Tim Noakes zei “ There is no basis to expect training effects from one form of exercise to transfer to any other form of excercise. Training is absolutely specific.”

Men kan dit op twee manieren bekijken:

1) In triathlon worden 3 verschillende sporten beoefend, wat voor het lichaam al zeer moeilijk is om aan te passen, dus in het tussenseizoen is het niet optimaal om een andere sport te beoefenen. Het gedacht van alle sport die je doet is winst klopt wanneer je een normaal fitheidsniveau wil nastreven maar niet als je competitief aan triatlon doet.  Onderzoek heeft uitgewezen dat er zelfs weinig transfer (aëroob voordeel) is tussen lopen en fietsen. Laat staan tussen fitness en triatlon.

2) Voor trainingsschema's geldt hetzelfde "mixed training produces mixed results". Wanneer je een specifiek trainingsobectief wil nastreven moet je gedurende lange tijd, veel repetities en bloktraining zonder onderbrekingen werken om neuromusculaire adaptie te verkrijgen. Gemixte trainingsschema's (vb. in één week kracht, snelheid en uithouding) trainen geeft minder progressie dan bloktraining. Langdurige gemixte training wordt door je lichaam erkend als chaos, zowel de techniek als het energiesysteem werkt variërend en niets wordt optimaal gestimuleerd. Vb. bij 1/8 of ¼ triatlons gaat het energiesysteem (glycolyse en koolhydtratenverbranding verschillend zijn). De vraag is dan ook of het nuttig is om 1/8, ¼, ½ en hele triatlons onder het seizoen te mixen en of je hier voordeel uit haalt.

Bron: T. Noakes, Lore Of Running, Oxford University Press.

Jorn Nagels

PT, MT, Ac