Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
Het beste van 2014: 3 – “De koning van Kapelle”
Column

Het beste van 2014: 3 – “De koning van Kapelle”

Dit keer krijgt u een wel zeer persoonlijke aflevering van ons uiterst sympathieke, ver van ernstige maar toch doelbewuste jaaroverzicht. Twee jaar geleden was mijn vuurproef in de 1/8ste triatlon van Vilvoorde nog goed voor de tweede plaats in het jaaroverzicht van 2012. Dit jaar besloot ik de lat wat hoger en de kilo’s wat lager te leggen en voor mijn eerste kwarttriatlon te gaan. Want zeg toch eerlijk, pas dan mag je jezelf echt “triatleet” noemen, niet? Dat mijn persoonlijke hoogtepunt pas op plaats 3 staat, zegt heel veel over de twee topmomenten die morgen en overmorgen nog volgen in de laatste twee delen. Maar eerst even terug naar Kapelle op den Bos.

In Project Kapelle op den Bos kon u op deze site de voorbereiding voor mijn debuut volledig volgen. In tegenstelling tot Vilvoorde twee jaar geleden, bouwde ik mijn trainingsactiviteiten veel vroeger op. Vooral de tegels van het zwembad in Mol werden het bijna dagelijkse behang van mijn poging om me een stijl aan te meten die enerzijds me in staat zou stellen tot 1500 meter overleven en anderzijds enigszins op een vorm van gestroomlijnde crawl zou lijken. Heb je dat ook, dat je tijdens het zwemmen, als je voelt dat je door het water klieft, er zich in je hoofd het perfecte beeld van Willem Brems vormt? Tot je aantikt, op de klok kijkt en weer slechts maar een fractie van een seconde sneller was… De week voor de wedstrijd slaag ik erin om 1,2 km probleemloos af te leggen in open water aan de Kayak in Ten Aard en in het openluchtzwembad van Mol zwem ik een halve pyramide met een laatste set 500 aan 13 minuten. Dat is een mooi vooruitzicht om te proberen in wedstrijd tegen de 40′ aan te zwemmen.

Het vervelende aan Kapelle op den Bos is het late startuur. Pas om 17 uur wordt de start gegeven en dat geeft een mens veel te veel tijd om zich zenuwachtig te maken. En het middageten vormt ook een dilemma, maar ik houd rigoureus vast aan het opgelegde voedingsadvies van Louise Vandenbroucke. Ik weet dan al wel dat er de komende tijd geen pasta of witte boterhammen in huis zullen komen. There’s only so much carbo a man can load, niet? In de aanloop naar de start voel ik me beter op mijn gemak dan in Vilvoorde. Ik weet dat ik me beter voorbereid heb en als sloddervos heb ik deze keer alles netjes in een lijstje gegoten en wonder bij wonder niets vergeten. Ook Joris Sels, die mij de hele wedstrijd zal begeleiden, heeft alles bij, met onder andere een Z3R0D uSuit met mijn naam er op, in de zwart-oranje huiskleuren en met het logo van 3athlon.be. Net echt… Zelf test hij de 3athlon.be oSuit uit, die hem als gegoten zit…

Joris Sels Kapelle

Wanneer ik mijn materiaal klaar leg in de wisselzone heb ik geen tijd om zenuwachtig te worden. Een pak atleten én speaker Kurt Lobbestael vinden het schitterend dat de rollen een keer omgedraaid zijn en ik heb geen gebrek aan gezelschap in de wisselzone. Ik wurm mij in mijn Z3R0D Neptune wetsuit en dank de weergoden nog een laatste keer dat ze de temperatuur net een paar graadjes lieten dalen zodat ik mijn neopreen overlevingspak mag dragen. Samen met Joris duik ik het water in en meteen is het goede gevoel weg. Ik heb een heel jaar op training mezelf de discipline opgelegd om bilateraal te ademen om de drie slagen. Maar eens in het kanaal krijg ik te kampen met een benauwd gevoel en na 100 meter zwemmen richting star , geef ik het al op om afwisselend links en rechts te ademhalen.

Als de start wordt gegeven, laat ik de kolkende wasmachine letterlijk links liggen. Ik probeer mijn eigen ritme te vinden, maar hoewel ik me voorgenomen had om de eerste 200 meter rustig aan te doen, stuwt het tempo van twee voorliggers me iets te snel vooruit. Van de trainingen weet ik dat ik eerst door die muur van 200 meter moet. Ik weet niet waaraan het ligt, maar zelfs op training had ik het elke keer moeilijk met die eerste 200. Ik probeer me te focussen op mijn techniek en mijn slagfrequentie. Niet altijd even gemakkelijk met Joris Sels schuin voor en naast me, die wisselt tussen schoolslag en crawl en ondertussen vrolijk met de toeschouwers op de kant keuvelt. Als ik dan toch mijn eigen ritme heb gevonden, word ik er weer brutaal uit gehaald door een overbezorgde kajakker die ons meer naar links wil hebben richting keerpunt. Bij deze een tip aan bereidwillige redders en kayakkers: laat atleten zo veel mogelijk gerust en vraag al helemaal niet “Gaat het nog?”… Het is goedbedoeld, maar het effect is omgekeerd evenredig.

Gelukkig is het niet ver meer naar de boei. Joris roept dat we 18 minuten gezwommen hebben over de eerste 750 meter. Goed, dan lig ik op schema. Aan de linkerzijde van het kanaal spot ik Caroline, Bo, Petra, Gunter en mijn andere supporters. Terwijl Joris vrolijk met hen babbelt, besluit ik me van de buitenwereld af te sluiten. Ik kruip in mijn bubbel, ban alle andere gedachten uit mijn hoofd en ben alleen nog bezig met mijn slagfrequentie. Aan het keerpunt zag ik nog redelijk wat atleten achter me en als ik een paar keer het hoofd boven water houd om te oriënteren, zie ik dat ik aan een fameuze inhaalrace bezig ben en links en rechts zwemmers voorbijga. De laatste 200 meter naar de trappen heb ik nog een beetje energie over en ik zwem nog even aan stevig tempo door. Boven aan de trap roept mijn pa, supporter en filmmaker van dienst, dat ik 32 minuten gezwommen hebben. Yeah right! Maak dat de kat wijs… Maar als Johan Tack bij de ingang van de wisselzone me aanmoedigt en bevestigt dat ik 32’30 gezwommen heb, moet ik het toch geloven.

Hans Cleemput Kapelle op den Bos 1

De tijd die ik win in het zwemmen, speel ik opnieuw kwijt in de wissel. De wetsuit gaat nog redelijk vlot uit, maar hoe zat dat alweer met die volgorde van het aankleden voor het fietsen? En hoe krijg je in godsnaam die schoenen én kousen aan zonder een mal figuur te slaan. Terwijl ik zit te zweten in de wisselzone, staat Joris al klaar. We zullen samen aan de fietsproef van 40 km beginnen. Voor de wedstrijd hebben we het parcours verkend en dat valt me goed mee. Zo weet ik dat het lange rechte stuk langs het kanaal bij het wegfietsen het zwaarst is wegens vol de wind op kop. Ik besluit dat het een goed moment is om wat te eten alvorens we aan de snellere sectie beginnen. Ondertussen valt mijn mond van verbazing open. De vrouwen zijn eerder gestart dan de mannen en ik kom ergens in de top-10 van de dames terecht. En hoewel ze een groot stuk alleen fietsen, merk ik toch op dat er dames bij zijn die bij een passage toch nog even naar dat achterwiel wippen om een paar seconden te profiteren van de drafting. Als speaker hoor ik vaak oeverloze discussies over al-dan-niet-stayeren, nu ben ik er zelf getuige van midden in de wedstrijd. Zelf kan ik er me niet aan bezondigen.

Door mijn trage wissel ontvouwt zich voor mij een niemandsland, waar ik uitgezonderd Joris Sels niemand voor me uit zie. En een gevoel van trots overvalt me als de eerste ronde niemand me voorbij komt. Dat verandert in de tweede van drie ronden, maar ik reken op een snelle laatste ronde en maak me op om nog even te knallen op de stukken waar de wind in het voordeel blaast. Helaas is die wind gedraaid en mijn gemiddelde zakt net onder de 30 per uur. Ondertussen wel blijven eten en drinken en verre van laatste de wisselzone in. Lobbes zweept het publiek op en hoewel ik er geen prijs mee zal winnen, verloopt de tweede wissel vlotter dan de eerste. Ik begin, alweer in het gezelschap van Grote Beer Joris, aan de drie ronden lopen. Op training heb ik de week voordien voor het eerst 9 km aan één stuk gelopen, dus dit wordt mijn vuurdoop op de 10 km. Het plan is om rustig te beginnen, maar de benen voelen goed, het publiek is superenthousiast en ik raap zelfs twee atleten op die voor me aan het lopen begonnen.

Halverwege de eerste (en de tweede ronde) staat referee Chris Vermeiren aan een grasveldje om te vermijden dat de atleten het parcours afsnijden. Ook wij moeten braaf over het voetpad. Chris, in die laatste ronde zijn we toch over het gras gegaan, we konden het niet laten.. 🙂 Aan het einde van de woonwijk heeft een gezellige bende zich verzameld voor een cafeetje. Ze supporteren voluit voor iedere atleet en als Joris en ik terugroepen terwijl hij haasjeover speelt met een verkeerspaaltje, is het hek van de dam. Een ronde later vraagt Joris ze zelfs om een Duvel voor mij en in de laatste ronde staan ze effectief klaar met een Vedett. Ik besluit mee te spelen, neem één grote slok en ga dan weer door. Ook aan de finish heeft zich een hoop volk verzameld en de aanmoedigingen stuwen me vooruit. Ik voel me even de Koning van Kapelle… Ronde 1 leg ik aan 19′ af, ronde 2 gaat nog in 20’22.

Hans Cleemput Kapelle op den Bos 2

Onderweg heb ik elke keer ik kon drinken aangenomen bij de bevoorrading, maar halfweg voel ik dat mijn maag het verzadigingspunt bereikt heeft en in de laatste kilometers begin ik het gebrek aan energie te voelen. Nog nooit in mijn leven heb ik drie uur aan één stuk aan sport gedaan en het laatste kwartier van de wedstrijd wordt één grote mentale uitdaging. Joris probeert me nog op te peppen en mijn ritme de hoogte in te krijgen zodat we nog net onder de 3 uur zouden finishen. Maar mijn TomTom MultiSport Cardio horloge geeft een pace aan van net boven de 6 minuten en ik denk alleen nog maar aan finishen. De eindtijd kan me gestolen worden… Ik wil voor de laatste keer naar die kanaaldijk, naar boven voor de drankbevoorrading, heel even stoppen, een ultrakort rustmoment, drinken, weer in gang schieten, bekertje water over mijn hoofd en dan links wegdraaien richting finish. De sadomasochisten van TriKa hebben die finish aan de overkant van de atletiekpiste gelegd. In je hoofd zit de wedstrijd er op, maar je benen vertellen je in niet onduidelijke bewoordingen dat er nog een volle vierhonderd meter volgt. In de laatste bocht zwelt het applaus aan en ik ervaar een magistraal moment als ik me aan de finish eerst  in de armen van Caroline (let ook maar eens op haar comeback volgend seizoen!) en dan in die van partner in crime Joris gooi.

Vader Jef probeert me nog een interview te ontfutselen, maar hij moet even wachten terwijl ik me voorneem om nooit nog een pas toegekomen atleet een microfoon onder de neus te duwen… Het verdict dan: finisher van mijn allereerste kwarttriatlon in een tijd van 3u01’48 met een zwemnummer van 32’30 en een loopnummer van 1u00’55. Twee onderdelen waar ik tevreden over ben. Het fietsen mag nog een stuk beter, maar was gezien de weersomstandigheden best okee. Maar de wissels zorgden er uiteindelijk voor dat ik niet onder mijn vooropgestelde 3 uur kwam. Maar dat is dan weer een mooie uitdaging voor volgend seizoen, niet?

374_kapelle-op-den-bos_triatlon2014

Ah, en om af te sluiten een voor veel triatleten herkenbaar moment, geloof ik. Na een uitgebalanceerd maar streng voedingspatroon keek ik uit naar een enorme, lekker vette Meatlover burger bij Ellis in Antwerpen na de wedstrijd. Maar ik heb nog nooit zoveel moeite moeten doen om een hamburger binnen te krijgen…

Ondertussen zit ik nog steeds op mijn wedstrijdgewicht van 92 kilo (en daar mag volgend jaar nog een kilo of 7 af) en blijf ik verdergaan met mijn trainingen. Want morgen en overmorgen volgen twee heel mooie voorbeelden van extreem doorzettingsvermogen in ons jaaroverzicht en dat inspireert een mens. Tot morgen, met op plaats 2, een inspirerend heldenverhaal.

Fotos: Johan Tack en Vanessa Cuyvers