Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
Grenzen verleggen 3: “Psychologiche oorlogsvoering”
Column

Grenzen verleggen 3: “Psychologiche oorlogsvoering”

OudGastel Caroline

Oud-Gastel, Zaterdag 27 juni, 12u48… Tussen een legertje supporters staat Caroline met open armen, een brede smile en een trotse blik in haar ogen op mij te wachten als ik de laatste meters afleg van mijn grootste uitdaging tot nog toe. Ik laat me gewillig in haar warme omhelzing onderdompelen, mijn vermoeide hoofd op haar schouders. Even voordien waren mijn armen de hoogte in gegaan aan de streep, na een overwinning op dat stemmetje diep vanbinnen dat op het donkerste gedeelte van het loopparcours een paar keer fluisterde “Wat ben jij hier in godsnaam aan het doen”. Gelukkig had ik het antwoord klaar, meermaals: “Ik heb hier keihard voor getraind en ik ga finishen in mijn eerste 1/3de triatlon”. En het werkte…

Tussen het legertje supporters aan de finish staan een hoop bekenden, atleten, vrienden eigenlijk… Een paar van hen ben ik onderweg tegengekomen, we hebben elkaar aangemoedigd… Ik hen misschien zelfs iets te veel. Als speaker is het niet gemakkelijk. Onderweg zoveel bekend volk tegenkomen en hoewel ik zelf dood aan het gaan was, kon ik het niet nalaten om de anderen aan te moedigen. Beroepsmisvorming zeker?

Bart Colpaert schudt met een zekere trots mijn hand, Jos Broeren en John van Berne feliciteren me uitgebreid. Mijn maatje Joris Sels klopt me op de schouders en vertelt hoe lastig ik het hem heb gemaakt. Filip Philips wil alles van mijn wedstrijd weten, Gerrit Schellens deelt zijn eigen ervaringen met me, de Strijk broers kijken me met grote ogen aan. Het is een onwezenlijk gevoel, hier zo aan de andere kant van het spectrum. Bijna naakt, zo zonder microfoon, maar bijna een echte atleet, in mijn bezwete 3athlon.be-Sportoase Z3R0D trisuit.

OudGastel fiets

Na mijn eerste kwarttriatlon in Kapelle Op Den Bos in 2014 ben ik blijven trainen. De triatlonmicrobe… zij die ook slachtoffer zijn van dat rotbeestje kunnen het bevestigen… als het bijt, dan bijt het serieus door. En waar ik in Kapelle destijds met een klein hartje aan de start kwam, heb ik door al die trainingen ook meer zelfvertrouwen gekweekt. Alleen, 60 km op de tijdritfiets, tegen de wind… Zou ik dat wel overleven? Ja dus…

Ik voel nauwelijks zenuwen als ik me klaarmaak voor de start. Redelijk ontspannen zet ik het materiaal klaar in T2, de wisselzone van het fietsen naar het lopen. Tot mijn verbazing zijn er geen genummerde plaatsen. Je mag je materiaal plaatsen waar je wil. Ik kies voor een goed herkenbare plaats, zet mijn loopschoenen neer, petje erbij, 2 gelletjes en 1 reep er in en rode plastic zak erover. Dat kan ik straks niet missen.

Dan is het tijd om op de fiets naar wisselzone 1 te rijden. Maar oei, probleempje. Mijn voorband heeft er minder zin in dan ikzelf en heeft nog maar 3 bar. Oppompen of vervangen op twintig minuten van de start? Vervangen lijkt me de meest veilige optie. Ik probeer me niet te laten opjagen en slaag er wonderwel in om binnen vijf minuten de band te vervangen en er 9 bar in te pompen. Onderweg maak ik me wel druk, maar dan omdat Caroline, ook op de fiets, niet kan volgen met de rest van mijn materiaal. Een voorteken van mijn goede fietsbenen misschien?

OudGastel Wissel

Waar ik in T2 nog alle plaats en ruimte had, is het in T1 drummen geblazen. Ook hier geen genummerde plaatsen in de wisselzone en al veel volk dat hun fiets gestald heeft. Ik zoek en vind een plaatsje in een zandvlakte. Modder aan de voeten? Dat is een probleem voor straks. Joris en ikzelf hijsen ons in de Z3R0D wetsuits en klokslag vier minuten voor de start staan we aan de trap. Zonder verder nadenken spring ik in het frisse water en leg me redelijk centraal op de derde, vierde rij. Joris zie ik een paar plaatsen voor me liggen op de eerste rij en ik leer een geweldige truc van hem. Vlak voor het startschot trappelt hij hard met zijn voeten en zo creëert hij in één keer een pak ruimte rond hem. Te onthouden, voor als mijn zwemmen ooit wat beter begint te worden.

Hoewel, het gaat me vrij goed af. Ik heb heel even last van de wasmachine voor me, vind dan een gaatje en begin meteen in een goed ritme te zwemmen. Misschien iets te goed merk ik aan het tempo rond mij en bovendien is mijn coördinatie niet wat ze moet zijn. Ik bots zeker een keer of vier tegen de atleet rechts van me aan en vervloek hem om niet rechtdoor te zwemmen, maar als ik het hoofd boven water steek, ben ik het die een enigszins alternatieve zwemroute aan het volgen ben. Ik laat mijn tempo wat zakken, probeer te focussen op het juiste traject.

OudGastel Caroline armen

Na 500 meter besef ik dat ik de helft vergeten ben van wat ik op training drie keer per week nochtans keurig uitvoer. Ik vergeet te rollen, steek te laat in, mijn glijfase is niet lang genoeg… Vreemd hoe je je in wedstrijd plots helemaal anders gedraagt. Ik kan me voor mijn kop slaan, maar dat is niet echt handig in open water en er zwemt nog altijd volk rond mij. Hey, dat is tenminste een goed teken. Een kerel aan mijn linkerkant zwemt ongeveer hetzelfde tempo. Hij wordt mijn richtpunt en als hij probeert te versnellen richting zwemfinish, doe ik hetzelfde.

Na 27’50 roept speakermaatje Ruud De Haan dat er nog heel wat volk achter me in het water ligt en dat ik dus goed bezig ben. Ik leg de focus op mijn wissel. Ik pak de kraag van mijn wetsuit beet en schep water naar binnen. Zo glijdt de Neptune vlot van mijn armen en bovenlichaam. In de wissel probeer ik ook mijn benen vrij te maken. Niet gemakkelijk in het zand. Ik besluit er bij te gaan zitten, op het gras. Pontificaal in de weg van de rest. I don’t care: psychologische oorlogsvoering in de buik van het peloton, heet dat 🙂

De paar minuten die ik verlies gaan het verschil niet maken, dus sokken aan, bevoorrading wegstoppen, helm dicht, zonnebril op en toch maar fietstruitje aantrekken. Gelukkig maar, want hoewel het niet echt koud is en de zon op doorbreken staat, heerst de wind vandaag over de polders. De wind wil me uitdagen blijkbaar… een man-tegen-man gevecht, 60 km lang. Zal ik die strijd overleven? Ik heb er alleszins zin in, maar dat is voor het volgende deel…