Subscribe Now
Trending News
By using our website, you agree to the use of our cookies.
“Emotioneel toen Seppe Odeyn me voorbij liep in de Hel” – Het beste van 2022 door Arno
De finish van Arno Meeusen in de Hel van Kasterlee (foto; 3athlon.be)
Best of 2022

“Emotioneel toen Seppe Odeyn me voorbij liep in de Hel” – Het beste van 2022 door Arno

“Eenmaal weer in gang getrokken kwam ene Seppe Odeyn voorbij gelopen. Een, toch voor mij, emotioneel moment volgde. Ik keek hem recht in de ogen…” Aan het woord is Arno Meeusen, redacteur en speaker bij 3athlon.be maar soms ook nog gewoon atleet. Het jaar 2022 loopt stilaan op zijn einde en deze keer blikken we wekelijks op donderdag terug in de welbekende Throwback Thursdays op de hoogtepunten van 2022 van het 3athlon.be team. Arno moest niet zo heel ver teruggaan. Zijn eerste start en zijn eerste finish in de Hel van Kasterlee waren een absoluut hoogtepunt, met een voor ons nieuwe inkijk op de gevolgen van de Hel, in de kleedkamer: “Het grappigste zicht volgde onder de douches. Een bende mannen die de tube zeep proberen op te rapen die ze naast hen op de grond hebben gezet, zonder in kramp te schieten…”

Dagelijkse kine-oefeningen en Ibuprofen in voorbereiding op de Hel

“We zijn een kleine twee maanden voor dé dag van het jaar. Zoals velen die trainen voor de hel, eisen ook voor mij de vele loopkilometers hun tol. Net nu de conditie in stijgende lijn gaat en ik de loopjes van 10 mijl tot 25 kilometer moeiteloos aan elkaar brei, is die altijd terugkerende blessure daar. Ik herken het meteen. Een ontsteking van de ITB (Illiotibiale band) is het verdict. Na enkele berichtjes met bevriende kinesist Pieter Luyckx en dokter Antoon Houben is het terugschroeven (of zelfs stoppen) van de loopkilometers de enige optie. Dit in combinatie met vele kine-oefeningen (die natuurlijk vaak worden geskipt.. want wie doet dit wel graag?) en mijn dagelijkse portie ibuprofen.”

“Het enige wat deftig wordt getraind is zwemmen. Want als er één ding is waar ik Seppe Odeyn nog kan kloppen, dan is het zwemmen. Dit is de enige discipline waar het verschil gemaakt kan worden. Ieder zijn tactiek, maar ’t Is het gedacht dat telt natuurlijk…”

“Zoals altijd is het advies van tien dagen looprust snel vergeten. Vier dagen later worden de loopschoenen weer aangetrokken. Veel te vroeg weet ik zelf, na 4 kilometer weet ook mijn knie dit. Het rondje van 10 kilometer wordt natuurlijk afgewerkt in schoonheid. Weer niet slim, maar wel leuk. Na vier loopjes te hebben gesukkeld, wordt er noodgedwongen eindelijk naar het advies van de experts geluisterd. Twee weken de loopschoenen in de kast. Door de drukke studeerweken in Leuven, blijft ook de fiets doordeweeks in het Wetterse tuinhuis staan.”

“De weekends zijn een combinatie van zaterdagochtenden met mijn drie Wetterse fietscompagnons Jeroen, Marijn en Luc, wat toertochten in het veld met Pieter of de Gouden Ketting en mijn zelfgemaakte Zwift-hamam in het tuinhuis. Het enige wat deftig wordt getraind is zwemmen. Want als er één ding is waar ik Seppe Odeyn nog kan kloppen, dan is het zwemmen. Dit is de enige discipline waar het verschil gemaakt kan worden. Ieder zijn tactiek, maar ’t Is het gedacht dat telt natuurlijk.”

Mijn eerste Run&Bike

Arno Meeusen in het looponderdeel van de Hel van Kasterlee (foto: Volkwin De Smedt)
Arno Meeusen in het looponderdeel van de Hel van Kasterlee (foto: Volkwin De Smedt)

“Na de 14 dagen zonder loopschoenen volgt een verse portie loopadvies van zwemtrainer Remco Verbelen. Zijn militaire zweep wordt er op gelegd en vanaf nu mag er enkel nog op de aerobe drempel gelopen worden. Laat die VLa max maar dalen en de knie herstellen. Dit was buiten Pauline De Groof gerekend. Een uitnodiging voor mijn eerste run & bike ligt twee dagen nadien in de brievenbus. ‘Nee’ staat gelukkig niet in het woordenboek. Lopen dan maar. Een ideale intervaltraining, zo drie weken voor de Hel. Een nieuwe portie last aan de ITB is het souvenirke dat ik terug mee naar huis neem uit Hofstade. De conditie blijkt wel goed te zitten en het koppeke nog beter.”

“Een week voor de Hel staat de parcoursverkenning op de agenda met kinesist AeroPieter. Een glimlach komt op mijn gezicht, naast de ijspegels die aan mijn lippen hangen. De goesting om de week erna aan de start te staan van mijn droom swingt de pan uit. Jelle Cautaerts en Achilles De Pelecijn voorzien mij van de nodige kledij. Ik ben nu officieel een Wetters Olifantje! De lach wordt enkel breder en de goesting groter.”

Naar oude gewoonte drie shotjes vanille-jenever

“De taper kan nu echt beginnen. Nog drie zwemtrainingen met een mooie som van 14,1 km en een pistetraining hazen voor Hartwig De Smedt maken hier deel van uit. Twee dagen voor de Hel wordt de knie ingetapet door kinesiste Lara Bormans. Eén dag voor de Hel worden de heupjes los gemaakt. Niet in de Carré maar op de tafel bij Pieter Luyckx. Zeven uur voor de start (net een korte nacht) worden naar oude gewoonte drie shotjes vanille-jenever achterover gekapt.

“De afgelopen weken waren er met hoge hoogtes en diepe dalen. Met een weekgemiddelde van 13 km lopen, 131 km fietsen en 14,5 km zwemmen in de laatste twee maanden kan je niet van een ideale Hel-voorbereiding spreken. Maar, de goesting is er. Dus, we zijn er helemaal klaar voor!”

Alles perfect onder controle bij -8

Het plan was om 5 uur op te staan. Dan zou ik rustig de tijd hebben om de laatste voorbereidingen te treffen. Uiteraard is overslapen aanwezig vandaag. 20 na 5 komt papa mijn kamer binnen. Gelukkig ben ik voor één keer tot in de kleinste details voorbereid. Ik doe mijn spiksplinternieuwe trisuit aan en vul mijn bidonnen. Een dubbele koffie en een portie havermout worden meegenomen in de auto. Mama neemt nog even te tijd om op de spekgladde oprit met een pirouette haar ‘moment of fame’ te nemen. Als de schouder en heup terug in de kom zitten, zetten we koers richting Kasterlee.”

“Iets na 7u komen we aan de achterkant van sporthal Duineneind aan. De MTB krijgt zijn plekje in de wisselzone en mijn persoonlijke stoeltje in de werelberoemde sporthal ziet er knus uit. De goesting om een dagje te genieten is met geen woorden te beschrijven. Aan de start volgt nog een knuffel van opperhoofd Hans Cleemput en een ‘succesje’ aan een springende Seppe Odeyn.”

“Ten eerste wilde ik onder het uur lopen op de eerste 15 kilometer. Ten tweede wilde ik dat Seppe Odeyn mij pas in het tweede lopen voorbij zou komen. Het Jogclub koersklakske wordt recht gezet en de Garmin ingedrukt…”

“Ik zet mij op de vijfde rij. Vanaf hier volg ik de lasershow en de angstaanjagende duivel die uit de Hellepoort komt gewandeld. Ondanks het Hellevuur dat stevig aan het branden is, staan al wat mannen te bibberen. Bij -8°C kan dat natuurlijk al eens gebeuren. Ik heb het echter allemaal perfect onder controle. Op het laatste moment krijg ik nog een vuistje van supporter Volkwin De Smedt, dit doet mij deugd.”

Er spoken nog twee dingen door mijn hoofd, mijn twee doelen die ik een jaar geleden had gesteld. Deze lijken mede door mijn aanslepende loopblessure veraf en onmogelijk te liggen. Ten eerste wilde ik onder het uur lopen op de eerste 15 kilometer. Ten tweede wilde ik dat Seppe Odeyn mij pas in het tweede lopen voorbij zou komen. Het Jogclub koersklakske wordt recht gezet en de Garmin ingedrukt.”

“Gelukzalig starten aan 3’38 per km”

“Daar gaan we met z’n allen, door de poort van de Hel. Ik voel mij zo ontzettend gelukzalig. De alphafly’s werken als trampolines en de eerste kilometers vliegen er door. Openen aan 3’38 had ik niet verwacht, maar ik lag precies in een Kempische zetel. In het begin is het voor velen tempo zoeken. Ik heb echter al snel de juiste voeten gevonden. De kilometertijden blijven rond de 3’50 schommelen. Na enkele kilometers zet ik mij net voor de boszone in tweede positie. Krachten verspillen gaan we nu nog niet doen. Het is nog een lange dag. Zonder één krimp te geven vliegen we door het Prinsenpark. Na negen kilometer besluit ik even aan de boom te schudden. Achteraf hoor ik dat ook Seppe het op deze plaats deed, maar dan enkele minuten voor mij.. Kunnen de voortekens nog duidelijker zijn?”

“Onder het goedkeurende oog van Bobby ontstaat in Ten Aard onder mijn bewind een groepje van een achttal atleten. Voor de eerste keer deze wedstrijd kan ik mij niet inhouden. Ik begin te babbelen met mijn metgezellen. Er worden heel wat mopjes gemaakt, mijn Deliriumpakje wordt gesmaakt en het publiek opgezweept. Wat een fantastisch gevoel! Een opkomende zon boven de Kempische weiden onder een wit dekentje. De ochtendstond heeft goud in de mond, en ik ondertussen mijn eerste gelleke van de dag. Voor ik het weet zijn we namelijk in de wisselzone aangekomen. En wat zegt de Garmin? 56 minuten! Doel 1 van de dag is meer dan geslaagd. Deze dag kan niet meer stuk gaan.”

Fietsen met bevroren versnellingskabels

Arno Meeusen trekt stevig door in het mountainbiken in de Hel (foto: Volkwin De Smedt)
Arno Meeusen trekt stevig door in het mountainbiken in de Hel (foto: Volkwin De Smedt)

“Op mijn dooie gemak kleed ik mij om. Finishen is het doel en geen kou lijden kan daar wel eens een belangrijke rol in gaan spelen. Met de nieuwe, warme kleertjes aan en de bidonnekes in de hand, loop ik de sporthal uit. Er zijn nog amper fietsen weg. Toch weet ik de mijne vliegensvlug te vinden.”

“Eenmaal op de fiets is het plan even doortrekken en op zoek gaan naar een groepje. ‘Te veel geluk al gehad vandaag’, dacht een oud man met de baard aan de andere kant van het aardoppervlak. Mijn versnellingskabels bleken bevroren. Buiten alle verwachtingen in, blijf ik extreem kalm. De oplossingsmethodes van ingenieur Meeusen in spe worden geanalyseerd en toegepast. Vijf minuutjes schakelen en hopen dat de versnellingskabels wat ontdooien blijken de best mogelijke strategie.”

“Eenmaal terug aangezet, zie ik in de verte wat mannen met potentieel. Enkele kilometers en een bidon die liever in het Kasterleese zand ging liggen dan op mijn fiets te blijven zitten later, kom ik bij twee toppers terecht. Ze krijgen beiden heel erg veel aanmoedigingen van de toeschouwers. Het blijken twee absolute Hel-giganten. Samen met man van de streek Bertje Vervecken en legende Ward Vander Meiren, koos ik het ruime sop.”

“Tot mijn grote spijt had ik over het hoofd gezien dat we in een diepvries aan het fietsen waren. In een diepvries volgt namelijk een belangrijk natuurkundig verschijnsel, wat in de volksmond wel eens ‘bevriezen’ wordt genoemd. Mijn drinkbus met water was één ijsklomp geworden…”

“Na enkele technische passages in de bossen van Lichtaart, volgt ook het eerste Nougat-reepje en wat slokjes sportdrank. Eten doe ik zelden op de fiets, maar zou vandaag wel eens een heel intensieve vierde discipline kunnen zijn. Buiten af en toe een suikerwafel en een vers rijstvlaaike, had ik nooit geoefend op eten tijdens een inspanning. Een week voor de Hel had ik zelf toch maar een voedingsplan opgesteld. 90 gram koolhydraten zou er elk uur naar binnen moeten worden gespeeld, dat was het plan althans..

Na een halve ronde maken we onze eerste doortocht achter de sporthal en voor de ogen van de supporters. Aan papa, die vandaag tot verzorger is gepromoveerd, wordt een eerste iso-bidon en wat rantsoen gevraagd. Bij het begin van ronde twee wordt het tweede gelleke open gedaan. Zoals altijd moet deze worden doorgespoeld met water. Tot mijn grote spijt had ik over het hoofd gezien dat we in een diepvries aan het fietsen waren. In een diepvries volgt namelijk een belangrijk natuurkundig verschijnsel, wat in de volksmond wel eens ‘bevriezen’ wordt genoemd. Mijn drinkbus met water was één ijsklomp geworden.”

“Met mijn vier op voorhand geprepareerde drinkbussen ging ik er niet geraken. Een halve ronde verder werd verzorger/papa Jan nog maar eens aan het werk gezet. Drinkbussen vullen en aangeven was de onverwacht volgende opdracht. Dit gecombineerd met het aangeven van mijn uurlijks gelleke en zo nu en dan een reepje. Mijn verzorger bleef zoals altijd vaderlijk kalm en alles verliep perfect. Mama stond ondertussen op de meest verrassende plaatsen te supporteren en Volkwin klom tot bovenop de Florealberg. De supporters deden het nog beter dan ikzelf.”

Na tweeënhalve ronde kwam het eerste teken der zwakte. De drinkbussen bleven maar vastvriezen en de hamstrings waren empathisch. Gaatjes dicht rijden werd wat moeilijker en het kopke besefte ineens dat het nog een lange dag ging worden. Gelukkig kwam de optimist in mij net aanbellen en het genieten kon weer beginnen. Samen met Bert en Ward bleven we mensen inhalen. Michel Bultinck was misschien wel de opvallendste en een geschenk uit de hemel. Hij bleef de laatste twee ronden maar op kop beuken in de boszones. Het was grappig hoe iedereen zijn plaats en taak begon te kennen.”

“Buiten mijn hamstrings die op springen stonden, voelde ik mij nog steeds fantastisch. In één van de laatste technische zones besloot ik nog eens door te trekken. Met succes. Ik kwam eenzaam en alleen de wisselzone binnen…”

“Bertje Vervecken had zijn naam niet gestolen en mocht uiteraard op kop in de Floreal. Ward opperde voor een goede teamsfeer en samenwerking. Samen met mezelf zorgde hij er ook voor dat het tempo op de tussenstukken nooit stil viel. Op de klimmetjes werd de cadans naar het einde toe wat verhoogd, wat de hamstrings heel aangenaam vonden. Het voedingsplan werd lichtjes gewijzigd, maar bleef nog binnen de perken.”

“De ronden vlogen voorbij met dezelfde terugkerende routines. In de Bosakkers een gelleke, in Lichtaart een paar hapjes van mijn reepje en aan de sporthal zien dat ik het nodige voer kreeg van papa om er weer een ronde tegen aan te gaan. Buiten mijn hamstrings die op springen stonden, voelde ik mij nog steeds fantastisch. In één van de laatste technische zones besloot ik nog eens door te trekken. Met succes. Ik kwam eenzaam en alleen de wisselzone binnen. Voor mijn fiets werd door de geweldige vrijwilligers een plaats gezocht.”

Tweede lopen met extra motivatie

Arno Meeusen aangemoedigd door Pieter Luyckx in de Hel van Kasterlee (foto: Volkwin De Smedt)
Arno Meeusen aangemoedigd door Pieter Luyckx in de Hel van Kasterlee (foto: Volkwin De Smedt)

“Papa stond klaar om mee de sporthal in te lopen en Hans zorgde voor dat tikkeltje extra motivatie. Wat volgt was een kleine massage van masseur/verzorger/papa en wederom een complete kledij-metamorfose. De alphafly’s uit de eerste run bleven onder mijn stoeltje staan en mochten plaats maken voor mijn comfortabele Hoka Cliftons. Eén detail ontbrak jammer genoeg, de steunzolen.. Die waren in de hectische voorbereiding in de auto blijven liggen. Voor de zoveelste keer vandaag werden de plannen lichtjes gewijzigd. Ik zou al beginnen lopen zonder zooltjes, terwijl papa de steunzolen en wat cola in de auto ging halen.”

“Eenmaal weer in gang getrokken kwam ene Seppe Odeyn voorbij gelopen. Een, toch voor mij, emotioneel moment volgde. Ik keek hem recht in de ogen. Een klein knikje was alles wat er nog inzat voor de Beer van Wijgmaal. Van mijn kant volgde nog een kleine boodschap: ‘Gij bent een beest!…”

“De eerste kilometers gingen vlot. De start door de overvolle Hellestraat, gevolgd door de Netestraat die in dalende lijn ligt, zijn de ideale manier om te denken dat het nog fantastisch gaat. Met enkele kilometertijden onder de 5’00 was ik aardig tevreden. Na drie kilometer kwamen mijn steunzolen samen met mijn begeleider aangefietst. Een kleine pitstop volgde, in combinatie met een even kleine boodschap.”

“Eenmaal weer in gang getrokken kwam ene Seppe Odeyn voorbij gelopen. Een, toch voor mij, emotioneel moment volgde. Ik keek hem recht in de ogen. Een klein knikje was alles wat er nog inzat voor de Beer van Wijgmaal. Van mijn kant volgde nog een kleine boodschap: ‘Gij bent een beest!’. Door het kleine (lees grote) maar dappere tempoverschil was Seppe al snel voorbij. Trainer Stefaan en de Smalle volgden in de voeten. Ik stak een vragend duimpje op. Stefaan bevestigde net als zijn voorganger met een knikje. Wat volgt was een schouderklopje, gevolgd door een klein traantje van geluk, van mij aan Stefaan en van Stefaan aan mij. De cameraploeg van Sporza legde alles mooi op tape. Van mijn roze wolkje, liep ik als een roos olifantje terug richting Hel.”

“In de ochtend was er geen tijd geweest voor mijn dagelijkse ochtendboodschap. Omstreeks kwart na twee in de namiddag vond mijn darmstelsel dat de ochtend nu echt wel was aangebroken. Het bemesten van het Prinsenhof werd gecombineerd met een eerste gelleke en wat cola. Eenmaal de trisuit weer stevig rond de schouders gespannen zat, kon de tocht verder gaan. De kilometertijden zakten wat. De eindeloze lanen leken, in tegenstelling tot het heerlijk loopje deze ochtend, nu ook echt eindeloos te duren.”

“Om mij weer in gang te krijgen, werden alle troeven op tafel gesmeten. We hadden nog een geheim wapen achter de hand. Wat volgt was een geheim telefoontje met enkele kinesitherapeutische tips…”

“Na negen kilometer was de volgende kleine sanitaire stop daar. Ze kwam deze keer echter niet alleen. Eindelijk was daar het besef: ‘Oh ja, ik ben geblesseerd.’ Toen ik weer probeerde aan te zetten, weigerde de knie plotseling dienst. Mijn rechterbeen plooien zonder pijn ging niet meer. Na een kleine wandeling gecombineerd met een vloekparade, kwam de oplossingzoekende ingenieur weer boven drijven. Zou al dat zwemmen in de voorbereiding dan toch niet voor niets geweest zijn?”

“Om mij weer in gang te krijgen, werden alle troeven op tafel gesmeten. We hadden nog een geheim wapen achter de hand. Wat volgt was een geheim telefoontje. Enkele kinesitherapeutische tips later was er al wat vooruitgang te merken. Van lopen was echter geen sprake meer. Het linker been deed nog wat het moest doen. Het rechter been volgde als een vastgeroeste lantaarnpaal. Plooien was voor de ITB geen optie.”

The Arno-Team , met aanmoedigingen van over heel de wereld

The Arno-team tijdens de tweede run in de Hel (foto: Volkwin De Smedt)
The Arno-team tijdens de tweede run in de Hel (foto: Volkwin De Smedt)

Drie kilometer verder verscheen een fel licht in de verte op de oh-zo-lange Oudemolsedijk. Daar kwamen ze, als helden verschenen ze aan de horizon. Niet rijdend in een busje zoals die A-Team, maar al fietsend en al lopend presenteer ik u: ‘The Arno-Team’. Met Dafalgans in de hand, een muziekbox in de rugzak en een glimlach op het gezicht. Grote supporter Volkwin De Smedt, kleine supporter Paulien Poisquet, kinesist Pieter Luyckx, dokter Evi Lauwen en niet te vergeten papa Jan Meeusen. Zij waren klaar om mij nog 17 kilometer lang uit te lachen. Naast het lachen was er ook plaats voor wat motivatie en bevoorrading. De motivatie kwam van over heel de wereld. Van geroep uit de Hellestraat door mama, over een oppeppend telefoontje uit Oostende van Marthe Böting tot koud winterlijk handengeklap van zus Ella in Canada. Pieter kwam met prachtige woorden als daar zijn: Voor uw knie is doorgaan echt het domste wat ge maar kunt doen. Maar het heeft geen nut dat ik dat hier zeg, want stoppen doet gij toch niet.”

“Al mankend vloog ik terug door de Kastelse velden. Af en toe werd er tijd gemaakt voor een kleine stretchoefening voor de ITB. Een slokje cola hier en daar smaakte overheerlijk. We stoomden door de laatste loopronde. De foutste hits en grootste klassiekers weerklonken door de boxen. Het was één van meest pijnlijke en tegelijkertijd mooiste momenten uit mijn nog jonge leven. Het aftellen kon nu echt wel beginnen. Mentaal was ik nog nooit zo sterk geweest. Fysiek kan je niet spreken van sterk zijn als je ene been hangt te bengelen aan het heupgewricht.”

“De grappigste zichten volgden in de kleedkamer. Een bende mannen die onder de douche de tube zeep proberen op te rapen die ze naast hen op de grond hebben gezet, zonder in kramp te schieten….”

“De kilometers vlogen voorbij, misschien wel te rap. Ik wilde blijven genieten van dit moment. Eenmaal over het brugje van de Kleine Nete was het einde plots daar. Nog anderhalve kilometer lopen in mijn eerste Hel van Kasterlee. De trotse schouderklopjes en lieve boodschappen van mijn begeleiders deden het water in de ogen komen. Gelukkig was het koud genoeg dat alles direct bevroor. Anders stond ik al wenend op mijn finishfoto’s. Het laatste bergje langs de Waaiberg en de bochtjes tussen het publiek waren gewoon genieten.”

“In één waas zweefde ik richting sporthal. Daar binnenkomen had ik enkel nog op foto’s of op een livestream van 3athlon.be gezien. Een bomvolle sporthal die je na negen uur sporten in vriestemperaturen onthaalt. Dan weet je dat je in Kasterlee bent beland. Een stem die enthousiast weerklinkt door de boxen. Dan weet je dat Hans Cleemput aanwezig is. Een vaag interview volgde. De tranen begonnen te rollen toen boezemvriend en technieker van dienst Kilian Hendrickx mij van het podium hielp.”

“Enkele stukjes pizza later slefte ik rond door de iconische sporthal. De grappigste zichten volgden in de kleedkamer. Een bende mannen die onder de douche de tube zeep probeert op te rapen die ze naast hen op de grond hebben gezet, zonder in kramp te schieten. Het bleek ook voor mezelf een hele opgave. In een Lichtaarts restaurant werd nog wat nagekeuveld met de aanwezige supporters.

Terugblik met glimlach en eerste Hel-medaille

“Terugblikken op een dag als deze kan enkel met een glimlach. Op voorhand keek ik heel hard uit naar de twee dagen achteraf niet uit de voeten kunnen. Bij deze bevestig ook ik deze mythe. Al lag ik op het einde van dag twee alweer in het Leuvense zwemwater. Fietsen lukt al weer aardig, al bleek er wel wat meer kapot te zijn dan de ITB. De patellapees wilde ook haar portie aandacht. Daar geniet ik nu van met volle teugen. Lopen zal nog niet voor binnenkort zijn. Maar mijn eerste Hel-medaille hangt voor eeuwig in mijn kast,” aldus Arno.

HET BESTE VAN 2022:

“Sebastien Bellin, You Are An Ironman!” – Het Beste Van 2022 door Hans